We zijn hier op een donderdagavond geweest, hun vaste dag wanneer de gamba's van 26 euro in promotie voor 21 euro verkocht worden. Voor diegenen die het niet weten: het restaurant heeft gamba's (de variatie witpootgarnaal) als specialiteit op de kaart staan. Verder vielen ons op de kaart de frisdranken op die voor een buurtrestaurant wel duur waren (2,60 euro).
De zaak is klassiek, traditioneel en warm ingericht, zonder franjes. De keuze van spaarlampen in een luster is echter als rampzalig te beschouwen. Dit geeft arm licht en het alternatief van halogeenlicht is zo veel beter. Er hing een "gambageurtje" bij het binnenkomen in de zaak, wat we niet aangenaam vonden. Keukengeuren moeten in de gelagzaal vermeden worden. Ook hingen de kapstokken onhandig tussen de twee inkomdeuren waardoor die te lang openblijven voor de mensen die rond die deuren zitten.
De bediening bestond uit één dame waar we wat opmerkingen over hadden. Ze werkte vlot en functioneel, doch we misten spontaniteit en een glimlach waardoor we ons bij haar niet echt goed voelden. Het is ook geen probleem dat je veel bij een bevriend koppel aan een tafel staat te babbelen, maar als je daardoor onze wijnkaart vergeet te geven en als dan het voorgerecht vanuit de keuken geserveerd wordt zonder dat we drank hebben, dan klopt er iets niet.
Er werd als eerste een borrelhapje op tafel gezet (wasabi + olijven). Erg zwak voor een restaurant om simpelweg twee dingen uit een potje te serveren. Een gemiste kans om als kok al een eerste keer met een eigen creatie een staaltje van je kunnen te laten zien.
We namen als voorgerecht sardientjes waarbij het erg tof was dat de ingewanden vooraf verwijderd waren. Er kwam een slaatje bij met een grote variëteit aan ingrediënten, zeer lekker op zich maar de combinatie met sardientjes was toch niet volledig optimaal te noemen. Aan de overzijde kwam een knolseldersoep met gegrilde coquilles. Ze werd als origineel en heel lekker ervaren met een juiste cuisson van de coquilles. Als hoofdgerecht namen we beiden gamba's met citroengras, gember en koriander. Deze drie kruiden vormen een hemelse kruidencombinatie waarvan we een speelse bereiding verwacht hadden in combinatie met de gamba's. Dat sloeg echter tegen want de gamba's lagen gewoon in olie met een geconcentreerde gambasmaak, echt ver van culinair te noemen. Het citroengras en gember waren amper proefbaar, de koriander was er in snippers over gesneden. Een zwakke bereiding dus en voor een gambahuisje te zijn moet er veel meer mogelijk zijn. De frietjes die erbij kwamen waren niet goed. Een friet moet goudgeel, luchtig en knapperig zijn. Deze frietjes hadden geen enkele van deze drie eigenschappen en eigenlijk is het triestig dat een kok in een frietland bij uitstek geen lekkere friet kan presenteren.
We namen er een Zuid-Afrikaanse Chenin blanc van Stellenbosch bij, die zoals gezegd in allerijl werd aangevoerd. Een wijn die z"n 26 euro best waard was, zeker omdat hij in - absoluut noodzakelijk - grote glazen opgediend werd. Vragen wie er wilt proeven doe je niet, traditioneel is dit de heer.
Oh ja, absoluut vermeldenswaardig is het huisbereid brood dat op tafel gezet werd, steeds iets anders naar verluidt. Bij ons was het brood met nori (Japans zeewier) en brood met een Mexicaanse mengeling. Zaaalig gewoon.
Als besluit vonden we dit een aanvaardbaar buurtrestaurantje waarbij we onthouden dat we graag een minder stuurse serveuse hadden gezien en een kok die z'n kunnen wat meer laat zien, wat creatiever uit de hoek komt en meer aandacht schenkt aan het goed bij elkaar gaan van ingrediënten.